De baas wacht op de koerier die al een half uur te laat is. Pop merkt aan zijn gemopper dat hij zijn geduld een beetje aan het verliezen is. De telefoon gaat. Pop hoort Barts stem. Bart is het baasje van haar vriendje Cooper, niet de koerier.
Pop is stellig in haar combinatiedenken: diegene op wie de baas wacht staat aan de deur en het is Bart!! Middels haar actie om naar de voordeur te gaan en te roepen dat Bart er is, wil ze de baas bewegen om naar de deur te gaan. Baas zegt: 'Dat was telefoon, er staat niemand aan de deur.' Pop blijft opgewonden en blijft de baas vragen om actie te ondernemen. Kom nou!
Alsof Baas Bart wist hoe het zat, kwam hij toch even langs en hij nam Cooper en Tante M. ook gezellig mee.